Terwijl het in Nederland zomer wordt, is het hier snertweer. Daarom deel ik dit heerlijke erwtensoepje met jullie. Erwtensoep hoeft namelijk geen snert te zijn. Door verse doperwten en tuinbonen te gebruiken, krijg je een heerlijk licht soepje. Wel iets meer werk, maar zeker ook veel lekkerder. Daarnaast geniet je er meer van, als je je eigen boontjes hebt gedopt. Ik wel, althans.

Wat heb je nodig voor 4 personen:

• 500 gram doperwtjes (vers of uit de diepvries)
• 500 gram tuinbonen (vers of uit de diepvries)
• 2 bosuitjes
• 1 teen knoflook
• 750 ml groentebouillon
• boter (om in te bakken)
• peper en zout
• zachte geitenkaas (om te garneren)
• munt (om te garneren)

Dop je boontjes en de erwten. Dubbeldoppen is niet nodig, want dat verschil proef je in de soep nauwelijks en het kost je veel extra werk. Daarnaast houd je zo weinig boon over. Werk je met bevroren bonen, dan hoef je ze niet vooraf te ontdooien.

Snipper de bosui en snijd de teen knoflook heel fijn.

Zet een pan op het vuur met daarin een klontje boter. En fruit daarin de bosui en knoflook, totdat ze zacht zijn. Voeg dan de erwten en tuinbonen toe en roer goed door. Laat het geheel samen warm worden en roer regelmatig goed om.

Voeg de bouillon toe en laat het mengsel ongeveer 10 minuutjes koken. Let op dat je het niet te lang kookt, want dan verlies je de frisse smaak van de groente.

Gooi alles over in de blender of pureer met een staafmixer tot een egale, felgroene soep. Breng op smaak met peper en eventueel zout (al is zout waarschijnlijk niet nodig) en serveer de soep met wat zachte geitenkaas die je erboven verkruimelt.

Je kunt, als extra garnering ook nog munt of wat uitgebakken bacon toevoegen. Bacon is – net als avocado – iets wat eigenlijk bijna ieder gerecht lekkerder maakt! 🙂